Dit stukje is getikt in een linnen jurk van Michael Kors
Wat nu volgt, is mijn zoveelste tirade tegen sport. Dit weekend werd ik er opnieuw in bevestigd wat een ongelofelijk misverstand sporten is. Waarschijnlijk jaag ik nu u en de meeste lezertjes tegen me in het harnas, maar het moet me van het hart. SPORT IS GEKTE. En met name hardlopen. Dat komt zo.
Sofie en ik hebben Wandelen Naar De Kersentuin tot traditie verheven. We hebben plechtig gezworen dat we in weer en wind en zon en regen minimaal een keer per week naar de kersentuin gaan wandelen. Al staat de sneeuw ons tot de knieën, al geeft de overheid weercode rood, wij blijven wandelen, beloofden we. In jurk, uiteraard. Als er een gong was geweest, hadden we er twee maal op geslagen, hadden we een manteltje om geslagen om daarna in lotushouding een tijdje stil te zitten. Daarna zouden we langzaam zijn opgestaan om elkaar ritueel de hand te geven. Sofie en ik wandelen.
Maar ik dwaal af, we hadden het over sporthaat. Sofie en ik lopen in het prille ochtendgloren (tien uur) langs de rivier op weg naar de Kersentuin. We praten over het leven, werk en de liefde en we hebben het in principe prima naar onze zin. Ik schrijf hier bewust in principe, want er zit een randje aan die rustieke wandeling. Wij zijn namelijk zo ongeveer de enige wandelaars, terwijl we worden ingehaald door talloze hardlopers. “Hardlopers zijn doodlopers,” mompelt Sofie nog bij de eerste. Was het maar waar. Bij nummer 28 (we hebben nog geen tien minuten gelopen) zijn de toepasselijke spreekwoorden allang op. Het fanatisme dat er van die mensen afdruipt! Het asmatische gehijg dat je van verre al hoort, en dat aanzwelt. Het “aan de kant!” (niet dus, alleen als je het vriendelijk vraagt).
Als ze van de andere kant komen, kun je ze in de ogen zien. De blik van de hardloper is nergens mee te vergelijken. Op zijn best is het een fanatieke blik, maar meestal zie je iets wat nog het meest heeft van paniek en radeloosheid. Soms ook een blik vol smart, een ach-verlos-me-uit-deze-ellendeblik. Die hoort bij de hardlopers met een voorovervallende gang, alsof ze bij elke stap net niet ter aarde storten. Hun tong hangt half uit de mond, want het fatsoenstadium zijn ze voorbij. Aan alles zie je dat ze aan het eind van hun krachten zijn, dat een hartaanval op de loer ligt. En toch rennen ze door. Alsof de duivel zelf ze op de hielen zit. Hardlopers zijn behept met een soort heilig vuur dat nergens op slaat. En maar hijgen. En maar doorstruikelen. Ze zien niet eens hoe mooi de eeuwenoude bomen zijn. Die lopen toch ook niet hard.
Sofie en ik zijn kuieraars. We lopen niet snel, we lopen niet langzaam, wijzen hier en daar een vogel aan, plukken een kers of een bloem. We hebben hierdoor minimale kans op blessures, we zijn relaxed, we hebben geen stappenteller om de arm. We groeten medekuieraars vriendelijk en zullen nooit zeggen “Opzij!” zoals de hardlopers. Wat voor gestoorde wereld is dit? Ik durf mijn jurk erop te verwedden dat die gestresste hardlopers niet de trap nemen maar de roltrap of de lift, de auto pakken naar hun werk i.p.v. de fiets en drie keer in de week naar de sportschool gaan, en de sportschool is het absolute dieptepunt van onze cultuur, de glijbaan van de top van Mazlow naar beneden. (Zie ook tirade sportschool deel 1 , tirade sportschool deel 2 en tirade spotschool deel 3 )
Het schokkende is dat wij kuieraars de uitzondering zijn, niet de hardlopers. Niemand wandelt er op dit tijdstip. Een enkeling, een samengesteld gezin met zes kinderen in dezelfde leeftijd (allemaal zes en zeven jaar en één vermoedelijke liefdesbaby) of een heer van boven de zeventig. En wij. De rest van onze generatie loopt hard en is daardoor kortademig, onsympathiek en gestrest in het weekend, wat toch van oorsprong bedoeld is om uit te rusten.
Sofie en ik lopen nog een eindje door naar de Veldkeuken, om daar aan de rivier een espresso te drinken. Er zijn nog een paar wandelaars. We groeten elkander vriendelijk. We zijn totaal Zen. Aan de overkant zien we weer een hardloper in een drafje vooruit sukkelen, zijn gierende gehijg hoor je over de rivier heen.
Info: jurk, Michael Kors, laarzen, Fred de la Bretoniere. Fotografie: W.de Vries