Alles stroomt. Over de oudste generatie.

door | 24 november 2024 | beschouwend, Columns, jurken, verhalend | 0 Reacties

Mijn moeder zit op de rode leunstoel bij de open haard. “Wat ben ik blij dat je er bent,” zegt ze. Haar hele gezicht straalt. Er is een conditiefiets in het huis gekomen, voor beweging. Mijn vader maakt koffie en heeft lekkere koeken gekocht.  “Heerlijk, Dries,” zegt mijn moeder. Tegen mij: “Papa zorgt goed voor me. Hij verwent me echt.”

Mijn moeder heeft extra zorg nodig vanwege een wond op haar been die niet wil genezen. Ze heeft er pijn van. Maar ze vindt het fijn dat ik ben gekomen. “Wat ben ik blij dat je er bent.” zegt ze nog een keer stralend.” “Hoe is het toch met de kinderen?”  Ik vertel hoe het met de kinderen is. Dat zoon co-schappen loopt  en dochter aan het afstuderen is. “Wat gaat het allemaal toch snel,” zegt ze. Zo zitten we bij elkaar. We praten over ditjes en datjes. Als we het over het weer hebben, vraag ik naar de koude winter in ’63. In ’43 was het ook ontzettend koud, vertelt ze. “Maar toen was het oorlog.”  Ze vertelt daarna, dat de Engelsen kwamen vertellen dat ze bevrijd waren. “We waren weer vrij, ik ben nog nooit zo blij geweest.”  Het komt van diep, ik zie het aan haar gezicht.  Een emotie van bevrijding die uit de bodem komt.

We zijn even stil. Ik heb haar hand vast. “Hoe is het toch met de kinderen?” vraagt ze, oprecht geïnteresseerd. Ik vertel dat zoon co-schappen loopt en dochter nu bijna is afgestudeerd. “En met je man?” Ze noemt mijn vriend mijn man, valt me op. We hadden een eigen ritueel voor het huwelijk ontworpen, een liefdesfeest. Ik vind het mooi, dat ze hem ‘je man’ noemt, een soort goedkeuring. Ik vertel dat het goed met hem gaat en met ons ook. “Ja, want je hebt hem trouw beloofd, op het liefdesfeest,” zegt ze. In september vierden we een liefdesfeest, ze was daar bij. “Trouw is zo belangrijk.”

Vroeger zat mijn moeder klaar met koek en thee, ze had in no-time een maaltijd voor acht personen op tafel. Nu zijn de rollen omgedraaid. ”Blijf toch eten, dan eten we vroeg,” zegt mijn vader, omdat ik al bijtijds weg moet. Hij wil geen hulp in de keuken, doet het liever zelf. Alles staat er, het zelfgebakken brood, de Rinse appelstroop en de kaas uit de tupperware kaasbak die ze naar mijn mening al twintig jaar geleden weg hadden moeten doen. Mijn vader vraagt of ik wil danken. Ik bid het gebed dat ik van mijn oma heb geleerd, de moeder van mijn moeder. Dat voelt voor mijn moeder als thuis, denk ik. Het is een mooi gebed. “Voedt onze zielen met het brood des levens en sterk onze harten door uw genade,” is één van de zinnen.

In de trein terug maak ik me zorgen over het been van mijn moeder. Maar ik denk ook aan haar bruine ogen en haar lach van liefde. Ik krijg precies hetzelfde gevoel als ik had toen ik vier was en ze aan mijn bed zat als ik bang was voor onweer. Mijn moeder en ik zijn nog nooit zo dichtbij elkaar geweest als nu. Ik voel alleen maar liefde.

 

*de naam van mijn vader is gefingeerd

levensles

Alles stroomt.

 

Partners

Vinted

Instagram