Pas zat ik met een mannelijke collega in Orloff voor een werkbespreking. Alles was prima, op één lijn, de plaatselijke Utrechtse roddels waren uitgewisseld, tot het moment van afrekening kwam. “Splitten?” vroeg ik. “Tuurlijk niet,” zei hij. Ik bedankte voor de koffie. En vond het stilletjes wel ouderwets charmant. Wat is dat toch altijd, die verwarring bij het afrekenen?
Vrouwen onderling zijn erover verdeeld. Neem mijn vriendinnen. Sofie zegt: “Het stamt uit de tijd dat de man verdiende en de vrouw thuis zat. De vrouw was een soort broedmachine, die in ongehuwde staat moest wachten tot een man haar inviteerde. Zonder man was een vrouw niets. Die tijden zijn voorbij.” Anna zegt: ”Het is het laatste restje in onze cultuur waarin je het spel tussen vrouwen en mannen nog op een lichtvoetige manier speelt. Geeft een man een knipoog, dan hangt hij meteen aan de hoogste boom wegens aanzet tot #metoo. Niks mag er meer, omdat het ongelijkheid insinueert. Maar met deze etiquette krijgt een man nog de kans op galant te zijn. Gun hem die mogelijkheid en doe niet moeilijk.” Het mondt steevast uit in een verhitte discussie, waar ik meestal tussenin zit, van links naar rechts kijkend. “Zeg jij ook eens wat!” roept Anna dan op een gegeven moment. Bij deze, Anna.
Het is waar dat het vrouwen – mannenspel hier in Nederland en waarschijnlijk Noord-Europa nauwelijks meer gespeeld wordt. Ik heb het nu niet over gelijke lonen en gelijke kansen enzo, maar gewoon, in het dagelijkse, speelse leven. Behalve de Scandinavische landen, ken ik geen land waar wij zo gelijk getrokken zijn. Een voorbeeld. Er waren een tijdje geleden op mijn werk in Tilburg uitwisselstudenten uit Rusland. Onze studenten waren ontzet over de houding van de Russische meisjes. De Russische dames waren aangekomen met uitpuilende hutkoffers en tassen vol jurken, make-up en hakken. Bij aankomst lieten ze die zonder ook maar iets te zeggen achter bij de jongens, die dienden ermee te zeulen (geen wieltjes). Op het terras waren ze passief, gingen ervan uit dat de jongens ze betaalden en ergens mee naartoe namen. Ze initieerden geen gesprekken. Ook in de studentenhuizen waar ze ondergebracht werden, staken ze geen vinger uit. De jongens vonden het raar, de Nederlandse studentes vonden het belachelijk. .
In Frankrijk leerde mijn docent me, dat je als je op date gaat, je een man altijd tien minuten moet laten wachten. Je komt niet op tijd, dat is daar zelfs onbeleefd. Waarom? Je moet als vrouw je entree kunnen maken. Dat vind ik dus een prima regel.
Dan heb je nog de datingcodes. Mocht je een man leuk vinden, kom dan zelf met een voorstel. Ga bootje varen, naar de dierentuin, lasergamen. Reserveer en betaal van tevoren, dan is dat discussiepunt van de baan. De regel: ‘de uitnodiger betaalt’ is een werkbare. Ik herinner me uit mijn vrijgezellenperiode dat ik betaalde als ik de date niet leuk vond, ik ontnam hem min of meer de mogelijkheid voorkomend te zijn. Er is alleen maar meer mogelijk, in deze tijd waarin vrouwen ook financieel onafhankelijk zijn. Maar maak het niet te ingewikkeld, hou het lichtvoetig en zwierig. En als hij de deur open wil houden en de avond wil ‘geven’ door te betalen, bedank hem, want dat is lief.