Maandagavond, een paar jaar geleden. Wieke en ik zitten in de kroeg. We hebben een tafeltje tussen ons in, waar ik wel blij om ben, want dit jurkje kan vervaarlijk opkruipen. Gemeenschappelijke vriend Paul belt of we aan willen haken, hij zit op de Mariaplaats. Hij noemt het adres.
We pakken onze spullen en trekken onze jassen aan. Het adres kennen we niet, de andere kroegen aan de Mariaplaats wel. Het moet ergens in de buurt zijn van Westbroeks café ‘Stairway to heaven,’ vermoeden we. We arriveren bij Mamoni, dat grote gebouw met die pilaren en die prachtige, paarse gordijnen. Is het hier? Lachend ketenen we onze fietsen.
Bij de ingang staat een kleine man die zo te zien jonger is dan wij een sigaar te roken. “Ik waarschuw je,” spreekt hij. Merkwaardig welkom, schokschouderen we, en lopen door. Paul staat er al, hij hangt onze jassen op. Hij lacht een raadselachtig lachje. “Wat is er?” vragen we. Er is niets, zegt hij, fijn dat we er zijn.
Paul leidt ons naar binnen. Ik weet niet meer wat we precies verwachtten, maar dit in ieder geval niet. Lange tafels staan er, in deze hoge oude zaal, met zo’n 170 dinerende mannen. Alleen. Maar. Mannen. Alle gesprekken vallen stil, de mannen kijken ons aan alsof we rechtstreeks uit een UFO zijn komen vallen. Zij zitten daar met ruim honderd, en wij staan daar, Paul lacht. ‘Goedenavond,’ zeg ik. Ik heb het niet vaak, maar ik voel me een beetje verlegen.
Nu komt er beweging in de zaal. Er worden plekjes vrijgemaakt, stoelen aangeschoven, van links en rechts wordt er wijn ingeschonken. Heerlijke gerechten krijgen we en onderhoudend zijn deze heren ook. Negentiende eeuwse galantie valt ons te beurt.
Na een paar uur nemen we een pauze en gaan naar buiten. Daar staat ook weer de kleine waarschuwer, mokkend. Hoe we het gore lef hebben om op maandagavond (maandagavond!) op de Heerenmaaltijd te verschijnen. In al die ruim 130 jaar dat Heerensociëtiet de Vereeniging bestaat, is er nog nooit een vrouw op de Heerenmaaltijd geweest. Ten strengste verboden. Op de woensdagen mag er incidenteel een vrouw mee. Daarover hadden ze vanavond juist een discussie. Maar vrouwen op de maandag, daar werd niet over gepraat want dat was een grondwet. Wij hadden een wet van 130 jaar doorbroken. Als olifanten op hoge hakken waren we door de porseleinkast van de sociëteit getrokken. Wicca’s die we er waren. Evil bitches. Pak je bezem en vlieg terug. De kleine man trekt nog eens diep fronsend aan zijn sigaar.
We vragen Paul om toelichting. Die had gewoon zin om te rellen, blijkt. Daarom had hij ons opgebeld. Hij was het gekrakeel of er wel of niet vrouwen op woensdag mogen komen zat, en vond het wel geestig om juist op de Heilige Maandagavond vrouwen de societiet binnen te manoevreren.
We zijn dus eigenlijk gebruikt voor een snaaks plannetje. Maar het geeft niet. We worden met egards behandeld. Aan het eind van de avond krijg ik zelfs nog een Vereenigingsstropdas. ‘Die heb ik nog niet eens,’ zegt de kleine waarschuwer, die aspirant-lid is. Hij doet geen meer moeite om zijn afgunst te verbergen.
Ik zou kunnen overwegen om me om te laten bouwen tot man (erg hip tegenwoordig), zodat ik elke maandag mee kan doen aan de Heerenmaaltijd. Maar dan kan ik deze jurk niet meer aan. En dan word ik niet meer zo hoffelijk behandeld. Als ik bedenk wat ik allemaal niet meer kan als ik man ben, constateer ik dat ik maar beter vrouw kan blijven. Dan maar geen Heerenmaaltijd. Maar wel een jurk.
info:
Jurkje, Anna Alcazar, maat 40 €160,-
hoedje H&M € 12,-,
jas BC € 190,-,
laarzen L.K.Bennett €720,-,
panty’s: Oroblu € 12,-