Daar is hij dan, Manneken Pis. Met mijn twee collega’s ben ik op een taalcongres in Brussel. En dan moet je het nationale symbool langs. Het symbool van België is een wildplasser.
We waren er al een paar keer voorbij gesjokt, tot we ergens in een hoek van de stad een kluitje Chinese toeristen in de weer zagen met camera’s. Daar stond hij, een kobolt van niet meer dan dertig centimeter groot, naar boven afgerond. Met een verhoudingsgewijs grote piemel.
Hoe ontstaan landssymbolen? Het eifeltorentje van Frankrijk, snap ik. Dat is een architectonisch staaltje van de vorige eeuwwisseling. De klompen van Nederland zijn al minder logisch. Ik ken niemand in mijn vriendenkring en familie die op klompen loopt. Nederland is allang ingepolderd en er zijn meer burgers dan boeren. Toch denkt de hele wereld dat we in Nederland op klompen lopen. En wiet roken, want dat is ook zo’n Nederlands symbool. Terwijl, dat doen ze in Canada, die hebben een wietplant in de vlag (toch?). Maar het kan altijd erger, kijk naar België. Een wildplasser als landssymbool. Gatver! Ik hou van het andere mensenkamp, maar als ik in parkeergarages die intens gore lucht ruik van mannenpis, haat ik ze. Dan moeten ze allemaal straf. Ook als ik een man uit de WC zie komen, terwijl hij nog zijn gulp dichtknoopt en twee minuten later handen staat te geven op een receptie, denk ik: ‘Wat zijn het toch gore mensen, mannen. Ergens in de evolutie is het mis gegaan met ze. Ik ben blij dat ik vrouw ben.’
“Zullen we weer verder?” vraagt mijn collega. We hebben twintig seconden naar het stenen wildplassertje gekeken. Diepe gedachtes bleven weg. We besluiten bonbons te kopen, voor thuis. Want chocola, dat is ook België. En dat maakt een hoop goed.
Info: jurk, French Connection