# PCR-test
De Reisgenoot (acteur van beroep) heeft een grote opdracht, hij speelt de hoofdrol in een reclamespot van een groot merk, dat straks de wereld over gaat. De opnames zijn in Letland. Al is hij maximaal gevaccineerd, toch moet hij nog een paar PCR–testjes doen, ‘voor de zekerheid’. We zitten in Frankrijk.
Een beetje vervelend is het wel, een PCR-test te moeten doen terwijl je vakantie aan het vieren bent. In plaats van naar het museum, moet je naar het testcentrum lopen. “Spreekt u Engels?” vraagt de Reisgenoot aan de dame van het testcentrum. “Absolument pas.” Helder. De test heeft niet veel nut. In Europa draait het de laatste maanden vooral om administratie gebaseerd op angst. Omdat hij gevaccineerd is, is de kans dat hij het zelf krijgt klein. Nog veel kleiner is de kans dat een gevaccineerde anderen besmet. Dat heb ik niet van mezelf, maar van het RIVM en gecheckt bij twee artsen. Maar de test moet. Hij test negatief. Hij moet nu nog één PCR-test. We maken ons nergens zorgen over.
We zouden de laatste vakantiedag tot een feestje maken, een afterparty van de geweldige vakantie. Lekker uitgebreid lunchen op een terras en nog langs de kust van Normandië voor een duik in de zee. Zingend pakken we de tassen in. De uitslag van de tweede test zou die ochtend komen. What The Fuck!! Positief!
De Reisgenoot krijgt spontaan een hypochondrische aanval.
“Nu je het zegt, ik heb misschien ook wel een hoofdpijntje.” Maar ik zeg dat hij dat altijd heeft zodra je er naar vraagt. “Dat klopt,” zegt hij “Ik voel me eigenlijk kiplekker. Maar ik krijg nu wel hoofdpijn omdat het productiebureau en vooral ikzelf in de problemen zit.” Het voelde als de tennisser Rojer op de Olympische Spelen, zegt hij, jarenlang gewerkt, krijg je de opdracht van je leven, ben je positief getest. We doen nog snel een antigeentest in Frankrijk en die valt negatief uit. Maar die zijn weer minder betrouwbaar dan de PCR-test. Dus besluiten we als de wiedeweerga naar Nederland te gaan voor een vierde test, PCR. We zijn inmiddels al 130 euro kwijt aan testen, deze test kost 80 euro. Niks lunch in Rouen en een duik in de zee bij Normandië. Plankgas naar Nederland.
Was het beleid niet ooit, dat we moesten voorkomen dat de IC’s overvol raakten? Welnu, dat is gelukt! We hebben het virus onder de knie. Het heeft wat gekost, zeker. Voor bedrijven, de middenstand en de minder sterken in onze samenleving. We moeten er niet vanuit gaan dat dit virus ooit weggaat. Er komt vast nog een Syberische variant of een Schiedamse variant of wat voor variant dan ook. Laat het los! Laat de jongeren feesten! Dan worden een aantal onder ons ziek. “Het heerst” is het dan, en niet meer zoals nu “Het overheerst.” Je krijgt nu op zijn ergst een milde variant. We hebben het virus tot beheersbare proporties terug gedrongen, en dat is best knap. Laten we vooral investeren in een goede weerstand. Vitamine D bijvoorbeeld in plaats van spastisch extra regeltjes en kleurtjes aan landen toe te voegen.
Met gierende banden en op twee wielen door de bochten, scheuren De Reisgenoot en ik naar Nederland om nog net op tijd te zijn voor de expresstest. De uitslag volgt een paar uur later: negatief. Komt vaker voor, zegt de testmevrouw in Nederland. Het kan te maken hebben met de inenting, met antilichamen. PCR- testen zijn blijkbaar niet altijd betrouwbaar. De Reisgenoot slaakt een zucht van verlichting. Hij kan naar Letland en het productieteam kan door.
Mijn oma zei altijd: “Angst is een slechte raadgever.” Ze heeft gelijk. Soms heb ik het gevoel dat ik in een samenleving zit die aan het doordraaien is.
Foto, selfie in Rouen, aan de oever van de Seine. Jurk: Tara Jarmon