Zure mensen heb je overal. Hoe ouder ik word, hoe meer uitslag ik van ze krijg. Die mensen die als eerste iets te zeuren hebben op facebook, die áltijd bezwaren hebben en bedenkingen. Soms hebben ze gelijk, en dat geeft ze een reden om de volgende keer nog harder hun ongenoegen te ventileren. Ze zaniken op man, vrouw, kinderen en de NS, op hun werk, op het nieuws, op de overheid. Hun glas is niet half vol, maar tot de bodem leeg. Annie M.G. Schmidt noemde ze liefkozend de miesmuizers, ik noem het gewoon zeikerds. En al hebben ze soms gelijk, met zeikerds win je de oorlog niet.
Je hebt ze in elk team, in elke klas, in elke kerk. Het zijn een soort van wespen, je hebt er last van en wilt ze het liefst doodslaan, maar ze hebben wel een functie. Wespen ruimen troep op, zeikerds voorkomen doldrieste beslissingen. Omdat ze fungeren als een doorlopende rem (“Dat plan hadden vijf jaar geleden ook al”) moeten de spontane plannen nog eens keer extra bekeken worden, en dat kan functioneel zijn. De plannen worden doorwrochter.
Er was ooit een generaal die een eigen strategie had ontwikkeld. Hij liet zijn officiers bij elkaar komen, en goot ze een avond lang vol drank en vol vrouwen. Ondertussen hield hij een vergadering over een ophanden zijnde oorlog. De officieren hadden de wildste ideeën, de snoodste plannen en de moedigste initiatieven. De generaal, die niets dronk en keurig naast zijn eigen vrouw zat, luisterde goed en noteerde alles, terwijl hij de lakeien bij liet schenken, Starnakel dronken tuimelden de officiers uiteindelijk rond een uur of 3 in hun bed. De volgende ochtend om half 8 sommeerde de generaal dat iedereen binnen tien minuten aan tafel moest zitten voor een spoedvergadering. Met een gigakater verschenen de officieren ter tafel. De generaal presenteerde de plannen die die nacht waren beraamd. Wat was er uitvoerbaar? Chagrijnig en brak schoten de officieren alle overmoedige plannen af. De goede plannen bleven over. En zo won de generaal menig oorlog. De zeikerds zijn de kater.
Hoewel de zeikerds hier staan voor de kater, wil het nog niet zeggen dat je met hén een oorlog wint. Ze zijn de min van een aftreksom. Maar je kunt pas iets aftrekken, als je al een som hebt, en die krijg je niet van de zeikerds. Ze hebben dus een zeker nut, net als de wesp. Zeikerds nivelleren, maar er valt pas iets te middelen als er iets is opgebouwd. En opbouwen kunnen zure mensen niet.
Al met al zetten we wat mij betreft alle zeikerds op een eiland waar ze hun eigen zure krantje op mogen richten en lekker tegen elkaar hun gal mogen spuwen. Zijn wij van dat geëmmer verlost. En één keer per jaar mogen ze aan vaste wal komen, niet langer dan een week. We zullen hun bezwaren tegen alles wat we doen noteren. Dan moeten ze weer oprotten naar hun zeureiland. Wedden dat het gezanik al begint op de boot? “Die boot kan ook wel een verfbeurt gebruiken”.