Wat doe je op Valentijnsdag met corona? In ieder geval iets. Tenminste, zo dachten de reisgenoot en ik erover. En omdat reizen niet meer mag vanwege het virus, gingen we dan maar zo ver mogelijk weg in Nederland. Noord Groningen. Ulrum.
‘OELROEM? Wonen daar soms de laatste neanderthalers?’ vroeg Zoon aan tafel, die sinds hij in Amsterdam woont samen met Zus nog meer schampert over ‘de provincie’. Hoongelach is mijn deel. Een punt heeft hij wel, want Ulrum is ongeveer het laatste bewoonde plaatsje voor Groenland begint.
Met Valentijnsdag naar Ulrum is een aanrader. Onze Bed & Breakfast in Ulrum is om te beginnen geweldig. ‘De Hugt’ heet het, voor de nieuwsgierigen onder ons, in de boerderij waar de film De Poolse Bruid is opgenomen. In de buurt hebben ze het er nog over, al is het al meer dan 22 jaar geleden. “Ze heb’n mijn tracker nog leend voor de film,” zegt de buurman trots, die een boerderij verderop woont. Noord Groningen is on-Nederlands mooi. De schoonheid van de leegte, je kunt kijken tot het landschap overgaat in de luchten. In de zomer staan er gewassen. Koolzaad en graan, wuivend in de wind. Maar nu is het winter.
We wandelen naar de dijk, de Reisgenoot en ik. Als je goed kijkt, zie je de vuurtoren van Schiermonnikoog. Ook de Waddenzee is bevroren. IJsschotsen drijven voorbij, tegen elkaar opkruiend. Het is een prachtig gezicht.
Het zou romantisch zijn als we nog zeehonden zien, want die heb je in de Noordzee. Maar dat blijkt teveel van het goede. Ze laten zich niet zien, ze liggen waarschijnlijk verschanst op een zandbank of op de Rottemerplaat, warm bij elkaar. Net als de Reisgenoot en ik. Want nadat we hebben genoten en gekleumd op de dijk bij de Waddenzee, gaan we weer terug naar onze warme stek in de boerderij. Warm bij elkander. Heel stichtelijk. Zoals Valentijn het bedoeld heeft.