‘Maar ik vraag helemaal ni…’ begin ik. Mijn moeder vervolgt:
‘Hoogpotig vind ik hem ook. Alsof je hele lange benen hebt.’
‘Maar ik heb toch ook lange be…’ probeer ik een dialoog op te zetten.
‘En dan dat zwarte. Wat wil je met die donkerheid uitstralen, vraag ik me dan af.’
‘Ik vind hem gewoon mooi en …’
‘Nouja, je moet het zelf weten, maar dit is mijn mening. Wat vind je trouwens van mijn kleren?’
Ik kijk vanaf de spiegel naar mijn moeder die de keuken aan het opruimen is. Ze maakt met snelle, gerichte bewegingen het aanrecht schoon. Haar grijze knot staat kittig op haar achterhoofd. We hebben van oudsher een zó verschillende smaak, dat ik het onmiddelijk verdacht zou vinden als mijn moeder mijn kleding wél apprecieert. Mijn duidelijke moeder is eigenlijk erg lief. Ze draagt een gestreept shirt en een bloemige rok. Vrolijke kleding. Geen zwart. En zeker geen panters.
“Mooi mam,” zeg ik oprecht
“Je ziet er mooi uit.”
Jurk: Gsus € 79,-
Laarzen: Taft, € 69,-
Tas: Laura Ashley: € 70,-
-
Trek je niets aan van wat anderen van je kleren vinden. Sommige mensen vinden je mooi in je kleding. Anderen juist niet. Niet jouw probleem.
-
Toch zijn er ongeschreven dresscodes. Op je werk (niet te sexy, vaak netjes), bij het uitgaan (wel sexy maar niet ordinair, tenzij je zo snel mogelijk een man je bed in wilt sleuren), begrafenis (ingetogen), bruiloft, (feestelijk en mooi, maar nooit mooier dan de bruid), op een gotticfeest (gitzwart, met uitstekende spijkers en alles lang. Draculajas gewenst), als tiener (zoals je ouders het liever niet zouden zien) en ga zo maar door. Hoewel je eigen stijl belangrijk is, kun je je beter wel enigszins aan de mores aanpassen. Als je in een bananenrok op je werk verschijnt, zullen je collega’s alleen nog maar om je lachen. Naar je luisteren doen ze niet meer.
fotografie: Co van Willigen (mijn moeder) |