Het is een half twee s nachts. Ik heb de trein gemist en zit hier met een date die ik niet leuk vind midden in Rotterdam. Dan het Rotterdamse nachtleven maar in met deze man, er zit niets anders op.
Hij houdt een watertaxi aan. Cool, we gaan over het water midden in de nacht! De stuurman start de motor en vaart af. Ik ga bij hem staan, in wapperende jurk. “Kun je ook hard, met zo’n boot?” informeer ik. “Soo, let jij maar eens op,” zegt de stuurman. “Hij kan wel 68 kilometer per uur.” Hij haalt een hendel over. We klapperen over het zwarte water, de boot gaat helemaal schuin.’ WOEOEOOEEO!’ roepen Date en ik. In het midden van de haven vaart een grote tanker. “Komop, er voorlangs!” roep ik overmoedig over het lawaai heen. We scheren langs de immense voorplecht van de tanker en stuiteren door de lucht en over het water, want de tanker maakt een hekgolf. Dit is een goed begin van de nacht.
“Waar zullen we nu eens naar toe?” vraag ik als we aan de kant zijn geklommen. Date probeert me opnieuw met thee naar zijn huis te lokken, maar we weten allemaal wat dat betekent. “Laten we naar de Suïcidebar gaan,” doe ik een tegenvoorstel. Ik was daar een paar dagen geleden voor een verhaal. Het is bovenop het dak van één van de Rotterdamse wolkenkrabbers. Er zijn loungebanken en pergola’s, je zit op het dak van de stad. ’s Nachts komt de Russische maffia, naar het schijnt. Het lijkt me wel spannend.
Bij de ingang van de club staat een strenge man met de armen over elkaar “Goedenavond,” zeg ik vriendelijk. “Het is een besloten avond,” zegt de man. Zijn wenkbrauwen staan laag. Ik noem onze voornamen en zeg dat we als het goed is ‘ergens op die lijst staan. We zijn wat laat, sorry’. Hij gebaart dat we door kunnen lopen. Als de liftdeuren open gaan, komen we in een andere wereld. Vrouwen in jurken dansen, er staat een DJ en er wordt drank geschonken uit stikstofglazen. Ik zie een witte Versacejurk en een aantal Ogerkostuums. Nouveau richepubliek, gok ik, oud geld is ingetogener en minder opzichtig. Russisch hoor ik niet. Als we weg gestuurd worden omdat ik op een tafel dans, gaan we naar de Witte de Withstraat.
Het is pas half vier. We komen in een obscure underground. Hier zijn heel veel mensen die niet met elkaar praten. Dat kan ook niet, de muziek staat te hard. Date komt terug met witte wijn. “Ik drink dus geen wijn!” roep ik boven de muziek uit. “Drink nou maar!” zegt hij terwijl hij het glas in mijn hand drukt. Een drammertje is Date. Ik bestel een Ginger Ale.
Maar we dansen. De ganse nacht door. Tot het ochtendgloren dansen we. Dan gaan we weer bovengronds, de eerste stralen schijnen in ons gezicht. We knipperen als mollen die net uit de donkere aarde komen gekropen. Hij loopt niet helemaal vast, wil nog naar de Chinees. Onze stemmen klinken hard, zo in de stilte van de ochtend. Net als vroeger, als je uit de disco kwam. Een vreemd moment. Ik wens hem een bon apetit bij de Chinees. We nemen afscheid. Ik loop richting station. Ik kijk nog even om, en zie hem bij de Chinees naar binnen stommelen. Mijn jurk is verwaaid, maar ik voel dat ik leef. Daar komt de trein al.
info: jurk, Steps.