“Wie schrijft, die blijft,” luidt het gezegde. Ik hou het mijn studenten ook altijd voor. Terwijl – je kunt het je afvragen. Misschien is het inmiddels wel “Wie schrijft, vervliegt,” getuige de talloze apps en mails die ’s daags verstuurd en verwijderd worden. Een ode aan de schrijversjurk.
Je noteert wat af op een dag. En dan heb ik het niet over mensen die schrijven min of meer tot hun werk hebben gemaakt, maar over iedereen. Nog nooit is er zoveel geschreven als de afgelopen vijftien jaar. Mail, app, twitter, je tikt en swypt wat in het rondte. 80% van de berichten valt in de categorie “Je drol nakijken”, de overige 20% onder afspraakbevestigingen en – ontkenningen en wellicht nog een paar procent onder meer lyrische (of erotische) liefdestekstjes.
Dan heb je nog de bloggers, waar ik er één van ben, die week na week hun gedachten via de satelliet de wereld inkwakken, al of niet aan de hand van een jurk. Maar of je blijft, als je schrijft?
Welke teksten van honderd jaar geleden zijn gebleven? Louis Couperus kennen we nog, omdat hij iconisch was voor zijn tijd. Frederik van Eden met ‘De Kleine Johannes’. Maar Marcellus Emants, zegt iemand dat iets? “Mijn vrouw is dood en al begraven,” is de eerste zin van zijn boek ‘Een nagelaten bekentenis,’ een goed voorbeeld van hoe je in je tekst met de deur in huis kan vallen. Natuurlijk kunnen we nog een paar teksten opsommen van honderd jaar geleden, maar ze staan niet in verhouding tot wat er verder allemaal geschreven is in die tijd. De tijd vlakt de meeste woorden uit, oraal en schriftelijk.
Waartoe die behoefte om te willen blijven? Vinden we onszelf zo belangrijk dat onze woorden tot in der eeuwen eeuwigheid moeten blijven rondzingen? Waarschijnlijk worden onze woorden, als we tenminste iets zinnigs te zeggen hebben, wel doorgegeven, maar omgegooid, veranderd, bijgesteld, verdraaid, of verbeterd. Alles in dit leven is in proces, ook taal en ideeën. Daar moeten we vrede mee hebben, er zit niets anders op.
Wat heeft dit alles met de jurk van het plaatje te maken? Bar weinig. Behalve dat ik op dit plaatje in een waar schrijvershol sta, van een schrijver die 13 boeken heeft geschreven en daar trots op is. Die behalve schrijft ook heel veel leest, en dat is belangrijk. Wie leest, die blijft.
We hoeven niet te blijven. We moeten vooral zijn. En dat is voor mij het ultieme genot van schrijven. Als je schrijft, heb je het gevoel dat je bent. Waarom? Geen idee.
Daarom – leve de schrijversjurk!
Info: jurk, steps, laarzen, Fred de la Bretoniere
tips voor mail en app
App:
- Geen ruzies beslechten via de app. De ruzie wordt er alleen maar erger van, omdat je iemands aanwezigheid niet voelt en dus ook niet kan zien wat je woorden doen. Bovendien staan je woorden nu ergens en kunnen ze eindeloos herkauwd worden.
- Het grote voordeel van app: beeld. Als je iets kan fotograferen, schrijf het dan niet.
- Doe lyrisch, schrijf gedichten via de app naar je lief.
- Resumerend: zet whatsapp alleen positief of praktisch in.
Mail:
- Richtlijn: alles wat je op korte termijn kan zeggen, hoef je niet te mailen, behalve als een document bewaard of bevestigd moet worden.
- Bouw twee mailmomenten per dag in. Genoeg mensen worden geregeerd door hun email.