In de trein van de NS. onderweg naar Tilburg. Ik draag deze ruitbroek met blazer. Krant erbij, thermosbeker koffie, de landerijen die langzaam aan je voorbij trekken. Zo reis ik het liefst. Maar die rust kun je vergeten.
Je zit nog niet op je stoel of het getoeter begint al.
‘Goedemorgen! Aan boord is de railcatering!’
Hoezo ‘aan boord’? Is dit een schip of een vliegtuig? Enfin.
‘Straks kom ik langs met koffie, thee, warme chocolademelk marsen en snickers!’ vervolgt de railcateraar, meestal een werkstudent van begin twintig.
‘Marsen en snickers’, om acht uur ’s ochtends. Ik hou een fruitsmootie al amper binnen. Lazer op…
Je vouwt je krantje open, in de veronderstelling dat je nu eindelijk in alle rust de landerijen aan je voorbij zult kunnen zien trekken. Niets is minder waar.
‘Dit is de trein naar ’s Hertogenbosch,’ doceert de conducteur.
‘Daar kunt u overstappen naar de richting Deurne, Tilburg en Roosendaal.’ Ook vertelt hij dat we bij vertrek een vertraging hadden van twee minuten doordat er een aantal deuren hydrolisch niet werkte, maar dat we dat gedurende de reis weer in zullen halen.
Ik zucht. Laat me nou alsjeblieft rustig mijn krantje … terwijl die landerijen…
‘Goedemorgen!’ Daar hebben we de railcateraar. Hij komt monter door de automatische schuifdeur getuimeld. Op zijn rug draagt hij een koffiezak waar aan de zijkant tapjes zitten waaruit hij schrijlings een bekertje vol kan schenken. Het zal ongetwijfeld praktisch zijn, maar het ziet er nogal potsierlijk uit. Ik vraag me altijd af of ze pillen hebben geslikt, die railcateraars. De vriendelijkheid is onnatuurlijk. Ze wensen iedereen persoonlijk goedemorgen, terwijl ze alleen maar een grauw en een snauw terug krijgen. Daar trekken ze zich niets van aan, het glijdt van ze af. Het valt me mee dat ze niet informeren hoe mijn weekend was en hoe het met me gaat.
Als ook de railcateraar weer neuriënd de coupé uit hopt (‘wilt u echt niets te snoepen?’) hoop ik op een laatste paar minuutjes rust. De landerijen hebben inmiddels plaats gemaakt voor een stedelijke omgeving, we zijn er bijna. Maar nog niet helemaal. Ik pak mijn krantje…
‘Dames en heren, thans rijden we (‘thans’ jaren ’50-taal) ’s Hertogenbosch binnen. Daar kunt u overstappen bla bla bla . Denkt u bij het uit- of overstappen aan uw bagage.’ en de lolbroeken voegen daar aan toe: ‘ Neemt u die bagage dan ook mee.’
De krant laat ik liggen in de trein. Misschien dat iemand anders er aan toe komt.
Info:
broek Pieces, blazer Vanilia, T-shirt H&M
laarzen, Maripé
laarzen, Maripé
Wil jij meehelpen het Grote Jurkenboek mogelijk te maken of wil je deze blogs gebundeld met drie extra blogs? Ga naar https://4just1.com/profile/917