Ik ben al een paar weken 50 jaar en het begint te wennen! Niet meer dat lullige 49, zo’n net-nietleeftijd, maar gewoon, keihard een halve eeuw. De studenten en mijn kinderen vinden dat ik al met één been in het graf sta, zelf heb ik dat idee helemaal niet. Ik zwier met een enorme schommel bóven het graf. 50 is top.
Zoals het een nieuwe vijftiger betaamt, blik ik terug op een paar grote veranderingen. Vroega was ik de uitvinder van FOMO. Wilde je me echt zieken, dan nodigde je me uit voor twee goede feesten op hetzelfde moment. Mijn avond kon alleen nog maar stuk. Ik moest kiezen (al niet mijn kernkwaliteit) en de keuze die ik maakte was per definitie slecht, want de hele avond dacht ik aan het andere feest, waar ik niet was. Gelukkig had je in mijn jonge jaren nog geen insta of socials, waar iedereen kan zien hoe er die avond gefeest is. Die hel is me bespaard gebleven. Nog steeds wil ik overal bij zijn. Dat is zelfs voor een deel mijn beroep. Het meeste spijt heb ik van de dingen waar ik wel bij had kúnnen zijn maar niet bij was. Diepe wroeging. Ik ben nog niet geheel fomovrij, maar ik schuif op richting mijn overgrootoma die na haar vijftigste in een leunstoel ging zitten, en daar alleen uitkwam toen ze er door een tornado uitwaaide (niet gelogen, google maar, ‘tornado Tricht’).
Maar. Wat bomt het eigenlijk allemaal, in het licht van de eeuwigheid? Waarom is een feest, met honderd prikkels, meer waard dan een wandeling in het bos, waar je alleen maar vogels hoort en het geruis van de bladeren? Voordat ik helemaal los ga op meer cliché’s als vogels in het bos (die op je hoofd schijten) of het ritme van eb en vloed op het strand (meestal is het eb als ik wil zwemmen), u zult van mij geen instareels vinden als “Maria ziet het licht op de yogacursus in India.”
Deze uitspraak beklijfde: “Choose your battles.” Vroeger koos ik ze allemaal, die battles, ik ging met het gestrekte been het leven in. Maar tegenwoordig laat ik de meeste conflicten aan me voorbijgaan als een oude kat voor het raam. ‘t Komt wel goed, of ik me er nou wel of niet mee bemoei. Ik word ultra-relaxed, vind ik zelf. Ik ben immers vijftig. Herinnering: Ik moest als beginnend verslaggever vroega rechtzaken bijwonen. Iemand had een kroegbaas vanwege een geweigerd biertje dood geslagen. Na het uitspreken van de straf zei de rechter: “U kunt in de gevangenis nadenken hoe u in de toekomst uw gevoelens van ongenoegen beter kunt kanaliseren.” Zo is het maar net.
Sommige mensen worden na hun vijftigste al zuurder, sommigen zien het licht, anderen gaan steeds meer op de oude lapjeskat voor het raam lijken. Ik ben een beetje van allemaal, behalve het eerste, bewaar me, ik heb een hekel aan zure mensen en vooral zure vijftigers. Die zou je allemaal op een eiland moeten zetten waar geen boot meer naar toe gaat. Kunnen ze daar lekker trollen op internet. Maar ik ben vijftig en ik blijf op het vaste land. En het is er heerlijk.
P.s: heb je mijn boek ‘September aan het meer ‘al gelezen? Nog steeds te koop, ga naar de tab Winkel. Geëinspireerd door de filosoof Sören Kierkegaard: een verhaal over de vrouw Iza, een vrouw die verdacht veel lijkt op Jezus. Ik heb een voorliefde voor Claire, de tiener die uiteindelijk het verschil maakt in het verhaal. Ze lijkt op mijn dochter en op mij op mijn vijftiende. Mooie hardcore uitvoering, genomineerd voor de Indy Awards (niet geworden) Goed paasboek of paascadeau. Als je hem koopt, zal ik hem voor je signeren. De novelle heeft de prijs van twee speciaalbiertjes: €15,-