Ik: “Zullen we vanmiddag een jurk voor je kopen?”
Zij: “Ik wil geen jurk.”
Ik: “Dat ik een financiële bijdrage lever op je kleedgeld. Een soort jurkensubsidie? “
Zij: “Ik hoef geen subsidie, want ik hoef geen jurk.”
Ik: “Dat je hem kríjgt, de jurk?”
Zij: “Ik wil dus geen jurk”
Ik: “Waarom niet?”
Zij: “Niet nodig.”
Ik: “Altijd nodig, basis. Het is een kans, dat je een jurk krijgt. Bovenop je torenhoge kleedgeld.”
Zij: “Ja, dus? Who cares, echt.”
Ik: “Kansen moet je niet laten lopen.”
Zij: “Gaat dit over jurken of over kansen?”
Ik; “Dat is hetzelfde.”
Zij:”Doei, mam.”
Nee, verder ben ik totaal geen opdringerige moeder. Die dag gaan we naar de stad. We hebben een leuke middag. Een jurk is niet gekocht, wel een nieuwe spijkerbroek. 100% subsidie, ze had hem echt nodig, zei ze. Ik weet dat het niet waar is, maar ze keek zo smekend, met die blauwe ogen, haar kleedgeld was op…..
foto: Erik Meijers